Bij de timmerman kraakt de deur, zei mijn vader dat zijn vader zei. The shoemaker’s children go barefoot. Artsen zijn de slechtste patiënten. En ook een Reuzin voelt zich soms best klein. Komt de vrouw met de hamer tegen, en moet denken aan die timmerman van opa.
“Waar ben ik NOU weer aan begonnen”, verzucht ik, vanaf de luie bank in mijn nieuwe kantoor. Het is er gezellig, de kachel zoemt, de koffie is uitstekend (voor het eerst dat werkkoffie net zo goed is als thuis – dat komt: het IS dezelfde), alles staat klaar voor een werkzaam leven – en ik doe precies niets. Ja, alle dagpuzzels in de NewYork Times-app. En de filippine van de Volkskrant, want het is vrijdag.
Ik heb het whiteboard schoongeveegd, dat wel, want daar stond de indeling van deze website op. Ik heb mijn dagindeling in de papieren agenda gezet: elk half uur een plan. Ik heb de monitor feller gezet, want de zon schijnt. Zoals al mijn spullen komt de monitor van de kringloop en is het best een toer om er ook maar íéts aan te verstellen: meteen een half uur vertraging op de planning. Om 11 uur zou ik een blogpostje gaan typen. Het is nu vijf over twaalf. Voor het klimaat, de wereld, maar ook op mijn klok. Maar klok en ik, wij tikken. Het kan nog.
Of weet je wat, zal ik eerst even boodschappen gaan doen.